vrijdag 29 april 2022

V - "De redding van de wereldeconomie" - Voorwoord bij de tweede editie

 “De redding van de wereldeconomie van de arbeid en de sociale gemeenschap is niet een wereldcomputer [internet], maar een vlechtwerk van associaties over de hele aarde, een vlechtwerk waarin gemeenschapsbewustzijn en vrijheidsbewustzijn, productie- en scheppingsbewustzijn zich in de mensen kunnen ontmoeten en tot overleg kunnen komen, omdat ze spreekvaardig zijn geworden.”


Herbert Witzenmann

De aanleiding om dit werk in een herziene Nederlandse vertaling uit te geven was een bijeenkomst van De Werkgemeenschap voor Sociale Driegeleding in Zwolle op 26 september 2009, waar in het kader van een gesprek over de toekomst van de gemeenschap schrijver dezes zijn discussiestuk ter sprake bracht, dat blijkbaar in goede aarde is gevallen. Dit discussiestuk werd, naast twee andere bijdragen, te weten “Van gemeenschap naar netwerk” door Inno Kock en “Leren zien door de ogen van de liefde” door Jac Hielema, in een brief aan de leden, met op de voorpagina een schilderij van Ina van Dijk onder de titel “Wijsheid is de eerste voorwaarde tot de liefde”, gepubliceerd en luidde als volgt:

“Bij de laatste ledenvergadering (2009) van de Werkgemeenschap in Driebergen werd door de scheidende voorzitter het idee geopperd om deze gemeenschap op te heffen en er een soort netwerk van te maken. Hier kan ik vol mee instemmen als onder netwerk, niet slechts een netwerk van met elkaar per computer verbonden mensen wordt bedoeld, maar daarenboven en vooral een netwerk van economische associaties, zoals gesteld in het hierboven geplaatste citaat, het slotwoord uit het boekje De rechtvaardige prijs – wereldeconomie als sociale organica van de voormalige leider van de sociale sectie aan het Goetheanum Herbert Witzenmann (1905-1988). Voor die laatste ledenvergadering had ik tijd gevraagd en ook gekregen om niet alleen dit boekje van drie voordrachten, die een gedegen inleiding op de cursus Wereldeconomie van Rudolf Steiner bevatten, kort te bespreken, maar ook een tweede publicatie van dezelfde schrijver, namelijk Geldordening als bewustzijnskwestie – Een nieuw financieel stelsel vereist een beschavingsprincipe (beide door de Uitgeverij Willehalm Instituut uitgegeven en gelanceerd op 28 mei in de Amstelkerk in Amsterdam in een bijeenkomst onder de titel De nieuwe stelling van Amsterdam). Maar omdat het betoog van de vertrekkende voorzitter wat uitliep, kwam deze bespreking niet tot stand. Dus zou ik graag deze gelegenheid willen nemen om kort aan te tonen dat o.m. deze twee publicaties, het in zich hebben om de Werkgemeenschap qua vorm en inhoud een nieuw perspectief en elan te bieden.

In mijn reactie op het betoog om de Werkgemeenschap in een netwerk om te vormen, sprak ik van een ‘weefselfout in de structuur van de Werkgemeenschap’. Daarmee bedoelde ik dat haar organisatievorm niet overeenkomt met haar inhoud, haar doelstelling. Hoezo niet?

Tijdens de bespreking van de statuten van de Kerstbijeenkomst 1923/24 maakte Rudolf Steiner duidelijk dat de zog. aantekening van de Hogeschool ook in de boekuitgave van zijn cursus Wereldeconomie zou moeten worden geplaatst. Daarmee wordt het bevorderen, het in de wereld brengen van deze wereldeconomische cursus, die volgens Rudolf Steiner de nieuwe denkwijze en taal van de sociale driegeleding bevat, ook een opgave van de Antroposofische Vereniging en de Vrije Hogeschool (eerder was dat de Bond voor Driegeleding en Der Kommende Tag met zetels in Stuttgart.) De rechtvaardige prijs toont aan dat dit nog immer dringend het geval is. Op haar beurt is de Antroposofische Vereniging gegrondvest op de 15 zog. principes, oorspronkelijk statuten genoemd (de benoeming is hier niet zo belangrijk), die weliswaar niet gebaseerd zijn op de macro-economische vorm van de driegeleiding, maar wel degelijk  een sociaal-organische structuur hebben. Dit heeft Herbert Witzenmann in zijn baanbrekend onderzoek hieromtrent aangetoond in zijn verhandeling De principes van de Algemene Antroposofische Vereniging als levensgrondslag en scholingsweg. De structuur van elke vereniging of welke samenwerkingsverband van mensen [dan ook] bestaat uit een polariteit verbonden door een dubbel midden: dat dubbele midden moet door bepaalde organen een één of andere doelstelling verbinden met de mensen die deze doelstelling willen bereiken. Door en met deze Kerstbijeenkomst heeft Rudolf Steiner dus wat betreft de sociale driegeleding –  door Witzenmann ‘de sociale organica’ genoemd om de aandacht te verleggen naar het hoofdbegrip sociale organisme – vorm en inhoud op gelijke voet gesteld.

Willen wij dus als Werkgemeenschap hieruit een lering trekken, zouden we enerzijds een poging kunnen ondernemen of er een consensus kan ontstaan waaruit gewerkt kan worden, dat inderdaad de nieuwe vorm en taal van de sociale driegelding die van de cursus Wereldeconomie is. (Hierbij gaat het boekje Geldordening als bewustzijnskwestie nog een stapje verder door een drieledig financieel stelsel, de zog. monetaire driegeleding en bijbehoren associatievorming,  te ontwerpen dat nog niet expliciet in deze cursus voorhanden is.)

Anderzijds zouden we van het oerbeeld van sociale vormgeving dat door Rudolf Steiner in de Kerstbijeenkomst is ‘hineingeheimnist’, een afbeelding  kunnen aflezen om een nieuwe structuur van de Werkgemeenschap te scheppen, opdat ze een waardig en krachtig instrument kan worden om die redding te bewerkstelligen, waarvan aan het begin van deze nota sprake is.

Er is geloof ik niet veel af te dingen aan de juistheid van dit discussiestuk als je de verwijzingen erbij neemt, het is allemaal wetenschappelijk onderbouwd, doordacht; wel is de grote vraag of de bereidheid er is om er verder op in te gaan en de vele stappen te nemen om die redding tot stand te brengen. Daarvoor is naast de waarheid, moed nodig. “

Met een woord van dank aan de leden van de mandaatgroep van de Werkgemeenschap voor Sociale Driegeleding, Ina van Dijk, Oebele van der Lei en Imke Jelle van Dam,  voor het scheppen van de gelegenheid om bovenstaand discussiestuk onder de aandacht van de leden te brengen en de hoop dat het in vruchtbare aarde gevallen zaad geleidelijk tot bloei moge komen, geeft ik deze tweede editie uit handen. Voor opbouwende kritiek houd ik me zoals vanouds warm aanbevolen.

Robert Jan Kelder,
Willehalm Instituut, 6 oktober 2009


Update 2011: De bovengenoemde hoop deze studie dat tot een vruchtbare discussie binnen de Werkgemeenschap zou leiden was tevergeefs. Weliswaar vond eindelijk een debat binnen de Werkgemeenschap plaats tussen schrijver dezes en Jac Hielema over de vraag of de nieuwe taal en denkwijze die Rudolf Steiner met zijn cursus Wereldeconomie aangaf alleen voor economen geldt of in het algemeen voor een ieder die de driegeleding naar buiten wil brengen, maar dit debat leidde niet tot een consensus en werd niet voorgezet. Intussen is wel duidelijk geworden door alleen al de huidige gebeurtenissen en ontwikkelingen in de wereld wat het antwoord op deze vraag is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten